dinsdag 4 augustus 2009

1 keer, nooit weer, maar het was prachtig

De titel "1 keer, nooit weer, maar het was prachtig" zegt eigenlijk wel genoeg. Het laatste verhaal was ik nog bij Paul in Fyresdal, ik heb daar in totaal een week gezeten en het was puur genieten. Een week lang niets hoeven, we hebben gevist, bergen beklommen, schatkistjes gezocht, "ultimate" frisbee, heel wat films gekeken tot diep in de nacht, die nooit helemaal donker wordt in de zomer, ja, het was echt fijn. Ook hebben we daar mijn verjaardag gevierd. Bedankt Paul!
Goed, na een week wilde ik wel weer eens een stuk verder rijden en ik had helemaal zin gekregen in een rit door Engeland, ik had gehoord van een boot die vanaf Bergen drie keer per week naar Engeland ging, dus mijn volgende bestemming was Bergen. De rit naar bergen bleek de mooiste rit van de hele vakantie te zijn. Enorme watervallen, flinke haarspeldbochten, panorama's van fjorden terwijl je uit een vriezende tunnel komt rijden en de warme lucht je tegemoed komt, bevers in het wild, verlaten skipistes...ja, dat was een mooie dag, zie foto bovenaan dit bericht. Op een gegeven moment had ik het wel een beetje gehad met al die tunnels, want dat rijdt toch echt niet lekker met een brommertje. Het is donker, af en toe zo'n gele lamp, het is er heel erg koud, de immense ventilatoren maken een oorverdovend lawaai, allemaal dingen die je pas merkt als je eens niet in een auto door zo'n tunnel gaat. Daarnaast zijn sommige tunnels naar lang, ik heb ze tot 11 km meegemaakt, af en toe is er helemaal geen ruimte op de weg voor je en rijd er op de zelfde rijstrook iemand met 100 voorbij, terwijl jij 35 bergopwaarts gaat...nee, dat had ik wel een keer gezien. Om een enorme tunnel te voorkomen besloot ik een bergpas te nemen, dwars over een fikse berg. De brommer in de 1e versnelling, voet van de rem en maar hopen dat we boven zouden komen. Op driekwart werd het zo stijl dat de brommer het amper trok in de 1e versnelling, de olie was zo heet geworden dat er af en toe druppels aan de buitenkant van het blok terecht kwamen en daar begonnen te borrelen...ik ben maar even gestopt om de boel af te laten koelen. En daar sta je dan, midden in de sneeuw, op 1200 meter hoogte, nog veel hogere bergen op de achtergrond, wetende dat de afdaling niet lang meer op zich laat wachten...ik zie het nog zo voor me, prachtig. Na nog een kwartiertje van noeste arbeid stond ik op de top en zag ik een prachtige krullende weg voor me, langs meertjes, watervallen en stukken eeuwige sneeuw. De afdaling was een precies zoals je het verwacht, perfect! De weg leidde nog door een paar minder hoge bergen, een paar mooie fjorden, een paar pondjes en een dag later was ik in Bergen.
Bergen is een beetje een rare stad. Omdat er een ring van bergen om het centrum van Bergen ligt wordt elke wolk die er overheen drijft lekgeprikt met als gevolg dat het in Bergen 275 dagen per jaar regent. Natuurlijk ook toen ik er was. Gelukkig was het niet zo erg als vorig jaar, toen ze eens 92 dagen onafgebroken regen hebben gehad, want een dag later was het redelijk droog met af en toe een buitje. Ik wilde vanaf Bergen de boot pakken naar Newcastle in Engeland, dus ik ging naar de international ferry terminal van Fjordline om een kaartje te kopen. Ik werd een beetje raar aangekeken, want wat bleek, de vaarroute naar Engeland was al een jaar geleden opgeheven. Kut. Er was geen enkele mogeijkheid om naar Engeland te komen, daar ging mijn plan. Ik kon wel met de boot naar Hirthals in Noord Denemarken en heb uiteindelijk die boot maar genomen. Ondertussen verbleef ik bij een Thais meisje die ik via de website couchsurfing.org heb gevonden, ideaal, ik had een kamer voor mezelf en ze heeft ook nog eens lekker voor me gekookt!
Goed, de volgende dag ging ik dus met de boot naar Hirthals, tijdens de veel te ingewikkelde boarding procedure voor auto's en motoren kwam ik een paar Noorse motorrijdens tegen, goede gasten die wel konden waarderen dat ik op een brommertje naar Noorwegen was komen rijden. Flink gedronken die avond met die mensen, verder waren er ook absoluut geen interessante mensen aan boord. Ik kreeg nog was snus van een van de motorrijders, dat is van dat tabak dat tussen je gehemelte en bovenlip gaat, ik had het al eens eerder geprobeerd, in zo'n theezakje, maar deze volleerde snusgenieter drukte er zelf een balletje van en stopte dat zo in zijn mond. Natuurlijk wilde ik dat ook wel eens proberen en natuurlijk ging dat helemaal mis. Dat bolletje snuss viel uit elkaar, ik had mijn hele mond onder die gore pruimtabak en het kostte me nog eens drie biertjes om het helemaal weg te spoelen...goed geslapen.
De volgende drie dagen waren erg saai, ik had me een mooie rit voorgesteld door Engeland en nu was ik weer door Denemarken en Noord-Duitsland aan het rijden, geen nieuw gebied en de enige reden dat ik er reed was om thuis te komen. bah. De keiharde wind in Denemarken die ik op de heenweg in de rug had had ik nu natuurlijk tegen me, waardoor de vierde versnelling net een tandje te zwaar was, ik ging maximaal 40 km/uur en ik moest nog 400 km langs de niet al te uitnodigende westkust van Denemarken. Uiteindelijk had ik op een avond Bremerhaven bereikt, ik moest met een boot een rivier over en ik had even tijd om de weersverwachting te bekijken. 2 dagen lang regen en onweer van Groningen, helemaal door Noord-Duitsland totaan waar ik was. lekker. Ik kon dus twee dagen in saai Bremerhaven blijven of ik kon een keer een nacht doortrekken en proberen om Groningen te bereiken voor het noordweer, 180 km verderop. Ik besloot voor de laatste optie te gaan, dus licht aan, gas los en gaan. Ik knalde door het donker over alle B wegen, ik moest zelfs een stukje over de autobahn door wegwerkzaamheden, erg raar om daar even te rijden en uiteindelijk begon de lucht helemaal dicht te trekken 30 km voor Nederland, 10 km voor de grens begon het enorm te onweren, 5 km voor de grens begon het enorm te regenen, dwars door mijn regenbroek, het was zo gevaarlijk dat ik op de grens onder een viaduct van de a7, bij nieuweschans ben gaan schuilen. Daar sta je dan, onophoudende regen voor de komende vier uur, voorspeld door buienradar. Er was een hotelletje naast het viaduct, dus ik er heen, gesloten, ai. Na een half uur afwachten onder de brug had ik door dat er geen vooruitgang zat in de situatie, ik moest wel onder de brug blijven. Hoe pauper ook, ik ging mijn tentje maar opzetten, had geen andere optie. Halverwege het opzetten van de tent kwam de sterke arm der wet langs, "wat moet dat daar?". Ik mijn verhaal verteld, Noorwegen, regen, bliksem, schuilen, hotel gesloten, kon niet anders.. De agenten konden het wel waarderen dat ik op een brommer met zo'n tocht bezig was en gingen op zoek naar een hotel voor me, relaxed! Ik was daar nog even met de tent aan het prutsen en ja hoor, de bollen, Deutsche Politzei, "was machst du da?" Hele verhaal weer en er even bij vermeld dat hun Nederlandse collega's er al mee bezig waren. Prima, maar de tent moest echt weg, dus die heb ik maar afgebroken. Na 10 minuten kwam de Nederlandse politie terug, ze konden niets voor me vinden, alles zat vol. Ze konden verder ook niets voor me betekenen maar zeiden wel dat ze mij in ieder geval geen boete voor wildkamperen zouden geven. Prima, ik die tent weer opgezet en heb vervolgens gewoon tot 10 uur smorgens onder die brug gekampeerd, hoorde af en toe mensen hun fikkie uitlaten langs mijn tent, wat moet dat er goedkoop uitgezien hebben.
Goed, de laatste dag, ik was al op de Nederlandse grens, ik wilde eigenlijk via de afsluitdijk naar Amsterdam, maar ook daar hing regen in de lucht en ben ik uiteindelijk maar via Hogeveen naar Mariënheem gereden, ik ben nog nooit zo blij geweest weer thuis te zijn.
Met een oude brommer naar het buitenland is erg mooi, je hebt alle vrijheid van de wereld, mag overal door, veel mensen zetten je op de foto omdat het ze herinnert aan hun jeugd, maar aan de andere kant is het wel net te traag, tunnels zijn echt geen pretje, je rijdt buiten Nederland altijd met 80-100 km verkeer mee, heuvels op kun je soms maar 20 km/u en het allerergst is regen. Tijdens regen kun je niks. Ik had wel een regenpak, maar tegen urenlange regen met 50 km/u is niets opgewassen. Toch heeft de Honda ss50 het overleefd, ik moet nu wel een lagertje in het blok vervangen, maar hij kan het zo nog een keer doen. Met een oldtimer brommer naar Noorwegen, 1 keer, nooit weer, maar het was prachtig!

zondag 12 juli 2009

Jongensdroom: Met een oldtimer brommer naar Noorwegen


(link naar de route, foto's zijn een beetje laf, heb mijn camera niet bij me)

Na een week getourd te hebben met een Honda SS50 van Amsterdam naar Mariënheem, door Noord-Duitsland, dwars door Denemarken, langs de Zweedse westkust, ben ik nu eindelijk aangekomen op mijn eindbestemming Fyresdal, Noorwegen, waar Paul Wippert (een oude vriend uit Marienheem) woont. Ik ben al eens eerder in Fyresdal geweest, maar dat was midden in de winter, daarnaast heeft Paul nu een kind, dus alle reden om er heen te gaan. De brommer heeft het erg goed gehouden, op een paar schrammen na is hij ongedeerd uit de strijd gekomen. Zelf heb ik eelt op mijn rechterduim gekregen van het gas geven en had op het einde van elke dag een stijve nek van het vooruit kijken, maar verder ging het eigenlijk allemaal best prima!


De eerste etappe van Amsterdam naar Mariënheem was erg makkelijk, een paar uur rijden, geen heuvels, bekende weg, 125 km. Vanaf Mariënheem ging het de volgende dag verder Duitsland in. Binnen een uur was ik de grens al over en pas toen het al donker begon te worden was ik aan het wildkamperen net over de rivier de Elbe bij Glückstadt, Deze eerste echte etappe was maarliefst 300 km lang (dat is voor een brommer die effectief, dus met stoplichten, dorpjes, kuilen in de weg en fietsende Duitsers op de weg meegerekend 35 km/u aflegt een heel eind! Natuurlijk ga je ook hele stukken 45- 55 km/u, maar soms kun je ook maar 25). De volgende dag had ik als doel om met het pontje van Puttgarden naar Rødby de oversteek naar Denemarken te halen en dat is gelukt, om half 5 stond ik met beide wielen op Deense bodem en ben ik nog zo'n 160 km doorgereden met keiharde wind in de rug tot aan Kopenhagen, de dagafstand was de beste die ik tot nu toe had gehaald, 340 km! Net ten noorden van Kopenhagen heb ik een camping gepakt die mooi aan het strand lag en heb ik heerlijk geslapen!

De volgende dag mocht ik met de brommer de Øresundbrug van Kopenhagen naar Malmö niet over, want dat is een snelweg, dus moest ik naar het noorden van Denemarken rijden, zo'n 40 km door een heel mooi strandgebied, om bij Helsingør een kleine oversteek naar Helsingborg in Zweden te maken. Een stukje Zweden in had ik weinig zin meer om verder te rijden en ben ik na nog eens 40 km een hostel in gedoken.

De dag erna kon ik er weer tegenaan en ben ik zo'n 250 km langs de Zweedse kust gaan rijden, vooral over de toeristische kustroute, die heel erg mooi was. Onderweg nog aardbeien wezen plukken, zie foto, heerlijk! Halverwege de middag kwam ik in een heel mooi gebied terecht bij Marstrand, waar ik uiteindelijk maar een camping heb opgezocht, want ik vond het er echt prachtig. Daar nog een paar biertjes gedronken met drie Brabantse meisjes, een hele mooie zonsondergang gezien en daarna heel lang geslapen.

De laatste etappe in in Zweden was 230 km lang en ging met een fikse omweg, veel zandwegen en veel regen (was voor het eerst dat ik door de regen moest rijden) naar Strömstad, vanwaar ik een boot heb gepakt naar Sandefjord in Noorwegen. Toen ik daar om 11 uur 's avonds aankwam ben ik rechtstreeks naar een hostel gereden en heb ik weer heerlijk geslapen. Na een zeer uitgebreid ontbijt kon ik beginnen aan de laatste etappe.

De laatste etappe was de rit naar Paul Wippert in Fyresdal. Ik had van tevoren niks uitgezocht en om de een of andere reden dacht ik dat Paul in Seljord woonde, dat was namelijk de plek vanwaar ik met Githa op mijn vorige tripje naar Noorwegen ben begonnen met terugliften naar Nederland. Na een mooie rit door Noorwegen kwam ik om een uur of drie aan in Seljord, maar ik herkende helemaal niks, ik ging een beetje rondvragen naar het enige dat ik nog wist, de Steinerskolen, waar Paul werkt...bleek er helemaal geen Steinerskolen te zijn in Seljord. Ik begon erg aan mezelf te twijfelen en na even googlen op Steinerskolen kwam ik er achter dat ik niet in Seljord, maar Fyresdal moest wezen, wat nog 70 km verderop lag! Dit was erg zuur, want ik dacht dat ik er na een week rijden eindelijk was, moest ik ineens nog twee uur rijden en uiteraard begon het toen net te regenen. Op dat laatste stuk kwam ik ook nog eens aan de verkeerde kant van een groot meer terecht, waar de weg ineens ophield....al met al was het laatste stuk dus even doorbijten, maar rond een uur of 6 was ik dan eindelijk bij Paul aangekomen.

Ik zit hier nu al twee dagen, het is hier echt genieten. De eerste avond was hier feest en hebben we de hele avond "beerpong" gespeeld, ik leg nog wel een keer uit wat dat is.Verder de restanten van een hippiefeest bezocht, een beetje rondgewandeld en ik ben gisteren al even wezen vissen op forel, ik als ervaren vissen heb uiteraard niks gevangen, maar het was wel een hele mooie plek aan de rivier. Ik blijf hier de komende paar dagen, in ieder geval t/m 15 juli, want dan ga ik hier mijn 25e verjaardag vieren en de hele dag niets anders doen dan vissen, bier drinken en schieten met Pauls .22 geweer. Verder ga ik de brommer even uit elkaar halen en opnieuw in elkaar zetten, er is de afgelopen week van alles losgetrild, de brommer heeft behoorlijk moeten zwoegen en het kan geen kwaad om alles even te checken. Daarna ben ik van plan nog een stuk door Noorwegen te touren, ik hoop nog een festival mee te kunnen pikken, maar verder heb ik eigenlijk helemaal nog geen plannen gemaakt. Ik moet 4 augustus weer in Nederland zijn en ik heb heel wat opties om thuis te komen. Ik kan vanaf Bergen of Stavanger met een boot naar Newcastle, om vanuit daar met een boot naar Nederland te gaan, of ik ga met een boot van Kristiansand naar Denemarken en rijd vanaf daar naar huis, of ik stuur mijn brommer met een of ander verhuisbedrijf naar Nederland en vlieg naar huis, alles staat nog open.

Tips om mooie plekken of interessante mensen te bezoeken in Noorwegen zijn altijd welkom, dus schroom niet om te mailen en over een goede week zal ik wel weer een verhaal schrijven over hoe het met de trip gaat. Hou het nog even vol in de regen in Nederland!

maandag 18 mei 2009

The West Highland Way...FAIL

Op een zaterdagmiddag vloog ik met Casper Siemes, oud huisgenoot uit Enschede, student Crime Scene Investigation-achtige studie, naar Glasgow in Schotland. In het vliegtuig troffen we een local met de passende achternaam Mc Gregor die ons inwijdde in de ins en outs van Schotland. Eenmaal in Glasgow namen we een bus naar Queen Victoria Station, vanwaar het nog een kwartier met de trein is naar Milngavie (spreek uit: Mil-gui). Klokslag half 6 stonden we voor een supermarkt die Iceland heette, waar ik spontaan Utopiaanse gedachten kreeg en na wat water en voedsel te hebben gekocht kon het eerste deel van de reis beginnen. Casper had heel handig een route uitgeprint en sinds ik mijn lonely planet van Schotland kwijt was geraakt was dit erg handig. Wel was het een tiendaagse planning en we hadden maar 8 dagen. Vanaf half 6 ‘s avonds hebben we 19 kilometer gelopen, we hebben daarvoor zelfs nog een uur in het donker moeten lopen. Geheel voldaan kwamen we op een camping aan bij het dorpje Drymen, alwaar een of ander viswijf maar niet kon ophouden met schreeuwen tegen haar man. De volgende ochtend bij het betalen hebben we de eigenaar nog even gevraagd naar de weersverwachting...zijn woorden: “ Tday.....should be OK, a bah reeny....tmorreh...no good, day after tomorrow....eeehhh...not good....welcome to Scotland.”

Zo handig als Casper die routebeschrijving van de route had geprint, zo onhandig was zijn besluit om de schoenen van zijn vader te lenen voor dit tripje. Dit bleek halverwege dag 2 toen hij voor het eerst in zijn leven ervaarde wat een blaar was. Het laatste stuk van de route viel hem dan ook zwaar en na de looptocht gaf hij dan ook toe weinig van de omgeving gezien te hebben. Het laatste stuk van deze etappe bracht ons naar Rowardennan, een flinke stip op de kaart, maar in werkelijkheid slechts één hostel, één pub en één hotel. Even later zaten we uiteraard heerlijk aan een flinke pint in de pub, waar we ook gegeten hebben. Na een uur of twee was het mooi geweest en hebben we de tent opgezet. Die nacht sloeg het weer om en de dagen daarna hebben we de zon eigenlijk niet meer gezien. Na een inspectie van Caspers voeten moest geconcludeerd worden dat er flink wat Compeed blarenpleisters nodig waren om dit slagveld weer op te lappen. Toen we de volgende dag wakker werden, er van uit gaande dat het een uur of 7 was....bleek het al half 12 te zijn. De tent moest nog worden afgebroken, we moesten nog ontbijten, het regende een beetje, kortom, redelijk oncomfortabel gingen we pas rond half 1 op weg. De rest van de dag hebben we slechts 12 km gelopen. Eenmaal in Inversnaid besloten we, gezien de regen, maar een hostel te pakken. Een vrouw kwam ons oppikken vanaf Inversnaid hotel en bracht ons naar haar hostel, dat in een mooi oud kerkje gevestigd was. Dit was een erg fijne afwisseling van het kamperen in de regen en ook Casper zag het allemaal weer positief in. Er scheen een moeilijk stuk van de route aan te komen, maar we hadden een goede nachtrust en goed te eten gehad, dus van dat stuk route maakten we gehakt. Na twee uurtjes flink klouterend, af en toe bijna rennend met 18 kg op de rug, bereiken we het einde van Loch Lomond, het meer waar we nu al goed twee dagen langs aan het lopen waren, erg mooi. De volgende drie dagen verslechterde het weer, op een gegeven moment kwamen we in een onzettende bui terecht die maar niet op leek te houden, alle stroompjes over de weg werden kniediepe riviertjes, waar je nog net over een paar stenen de overkant kon bereiken. Toen Casper in zo'n stroompje naast zo'n steen stapte en zijn sokken, schoen en voet helemaal nat werden had hij het helemaal gehad. Uiteindelijk zijn we nog wel in Crianlarich aangekomen, “but it wasn't pretty”. Eenmaal in dat stadje kwamen we in zo'n typisch hostel terecht, zo eentje waar niemand heen wil, behalve als er geen andere mogelijkheid is, zo'n hostel met een pinne als receptioniste, een bepaalde tijd dat de deur dicht gaat zodat je niet naar de pub kunt en waar vooral families zitten, echt zo'n gelovig YHA hostel, maar dan in Schotland.

Door al die blaren in combinatie met 18 kg op Caspers rug was hij anders gaan lopen dan normaal, waardoor nu ook nog eens zijn heup enorm pijn begon te doen. Toen we na veel moeite in het volgende dorpje, Tyndrum, aankwamen wilde Casper echt niet meer verder en ik vond het ook niks om in mijn eentje door te gaan, dus hebben we maar besloten om hier te stoppen met de route. Als straf wilde Casper die avond graag de barrekening betalen, daar was ik het wel mee eens, dus werd het nog een gezellige avond, want na flink wat eten in onze, soms wel, soms niet te lange slokdarm te gooien ging het bier er wel in!

De volgende ochtend begonnen we vol goede moed aan het tweede deel van de reis, het enige dat vaststond was dat er een vlucht van Glasgow naar Amsterdam ging op zondag, het was nu donderdag ochtend. We hadden besloten naar Edinburgh te gaan, dat leek ons beiden wel interessant. We zijn gaan liften en ook al was het Caspers eerste keer langs de weg, hij deed wel iets verdomde goed, want na 5 minuten stopte een auto met een Litouws stel dat ons helemaal naar Glasgow wilde rijden, dat lag precies op weg naar Edinburgh. Onderweg bleek dat ze zelfs na Glasgow, dat zo'n 100 km rijden is, helemaal door zouden rijden naar Londen. Toen we dat hoorden begon het een beetje te kriebelen...Londen....800 km verderop...daar woont Gait (een andere oud huisgenoot). Na een kort uitbundig telefoontje hadden we niet meer Edinburgh als reisdoel, maar Londen en ook al vond dat Litouwse stel het en beetje raar dat we onze planning zomaar zo radicaal omgooiden, ze vonden het prima dat we mee reden.

Die avond werden we op 2 minuten lopen van Gait's appartement gedropt door het stel, erg fijn! De rest van de tijd in Londen bestond uit een mooie tijd met Gait, een halve middag slenteren aan de South Bank, een beetje met de Underground van het Brittish museum naar het Science Museum en het Museum of National History en tot slot een drum 'n bass avond in club Fabrique.

Vervolgens stonden we voor de keuze om 800 km terug te liften naar Glasgow, of een losse vlucht van Londen naar Schiphol te boeken. Het werd de laatste optie, zodat ik mooi een halve dag eerder terug kon en nog net de 25e verjaardag van een vriend in Mariënheem mee kon pakken.

Uiteindelijk was het een mooie week, een paar hele mooie stukken van Schotland gezien, jammer dat we de route niet tot het einde gelopen, maar het kon niet anders.