
[Nieuwe foto's in de gallery 05-01-08 Noorwegen]
Koud, dat was het vooral. Met Githa Schrijver, 25 jaar, kunstenares, kinderboeken illustratrice, uit Broekland, woont in Zwolle, ben ik met oud en nieuw op bezoek geweest bij een oud-klasgenoot van de basisschool, Paul Wippert. De heenweg ging met treinen, bussen en het vliegtuig. De terugweg ging liftend per auto, truck, boot en bus.
Het begon allemaal op 30 december 2007. De heenweg was goed voorbereid, treintijden genoteerd, vluchtnummer uitgeprint, het ging dan ook allemaal erg soepel. De eerste trein ging naar Enschede. Van Enschede pakten we de trein naar Münster, die gratis bleek te zijn omdat de ticketmachine geen briefgeld accepteerde. Vanuit Münster pakten we de ICE naar Bremen, vanwaaruit we vlogen. Op het vliegveld van Bremen heb je een hele mooie vertrekhal voor allerlei maatschappijen, met daarnaast een afgetrapte, overvolle en zeer lelijke loods van Ryanair. Wij vlogen met Ryanair. Na een uur hadden we eindelijk onze boardingpass en de rest van de vlucht verliep prima, om een uur of vijf waren we in Oslo Torp. Om half negen vertrok onze bus pas, maar na een paar uurtjes rondhangen konden we eindelijk van het vliegveld weg. De bus bracht ons in dik twee uur naar het plaatsje Seljord, waar Paul met een mooie vierkante oude Volvo klaarstond om ons het laatste stuk mee te nemen. Na een uurtje slipperig door de Noorse middle of nowhere gereden te hebben kwamen we om half één aan bij zijn huis. Even was er nog tijd om een broodje kaas weg te eten, maar daarna was er alle behoefte om het bed in te duiken.
Paul woont met zijn vriendin Romina ,zijn hond Marie, een stel kippen, vissen, katten, koeien en varkens op het terrein van een internaat, de Foldsæ Steinerskole, een soort vrije school met ecologische insteek. Zijn werk is het onderhouden van het boerderij gedeelte van het internaat. Ook zijn zusje Eline en haar vriend Matthias werken op het internaat, maar dan als tuinman en tuinvrouw. Ja, de volgende dag stond ik ook in een overalletje stront te schuiven en koeien te voeren. Maargoed, de volgende dag was het dus de 31e, oudejaarsavond, reden voor een feestje. De dag bestond uit het voorbereiden van het eten, koeien melken en oppassen dat je niet op je bek ging met al die gladheid overal. ‘s Avonds kwamen een paar vrienden van Paul naar Eline’s huis en het werd er een gezellige dronken bedoeling. Een van die dronken vrienden sloeg Paul op een gegeven moment in zijn ballen, waardoor de avond als thema kreeg: “just don’t hit me in the balls”. Rond twaalf uur was er wat vuurwerk, werd er een beetje heen en weer omhelsd en werd er flink gepocht over wie nou de mooiste vuurpijl had, je kent dat wel.
De ochtend van nieuwjaarsdag heeft niemand meegemaakt, iedereen werd pas in de middag wakker, behalve Eline en Matthias, die moesten melken. De eerste dag van het nieuwe jaar werd een luie bedoeling met als afsluiting een uur om een kampvuurtje in het bos waar we Paul's zelf gevangen forellen bakten en op aten. Erg idyllisch, nog kouder.
Op 2 januari was het weer mooi geweest bij Paul en begonnen we aan de terugreis. In tegenstelling tot de perfect geplande heenreis ontbrak nu enig plan. Met een week de tijd leek het prima mogelijk om naar Nederland terug te liften. Eerst moesten we echter uit dit afgelegen gebied komen en hebben we een bus van een uur genomen naar Seljord, een dorpje waar in ieder geval een aantal auto’s rijden. Het was nog donker, zo vroeg, dus liften was een beetje lastig. Eerst hebben we het even geprobeerd bij een tankstation, maar toen succes uitbleef en het licht begon te worden werd het tijd om langs de weg te gaan staan. Met de lange onderbroek en een Russisch ogende muts was het prima toeven en na een goed half uur hadden we onze eerste lift te pakken. Twee vrouwen brachten ons naar Bø. Vanuit Bø kregen we een lift van een hippie vrouw en haar zoon die ons uitnodigden voor een bak koffie in hun huis aan een meertje. Dat klonk prima en het was dan ook een prima bak koffie met een nog beter uitzicht. Vervolgens bracht de vrouw ons naar het dorp Notodden, vanwaar we na twee km langs een snelweg lopen een lift kregen helemaal naar Oslo. We werden opgepikt door twee studenten van de kunstacademie, een lief meisje en een gast met een blauw fluorescerende jas, in een net-niet-volkswagen-busje, te retro. In Oslo brachten ze ons tot aan het hoofd busstation vanwaar we een paar opties hadden. We konden met een nachtbus helemaal naar Kopenhagen, met de trein naar Göteborg, liften via west Zweden of met de boot naar Denemarken. De bus leek een mooie optie, maar deze was volgeboekt en paste niet echt in het ‘liften’ plaatje. We zijn naar de haven gelopen om te zien dat Stena line, de grootste boot maatschappij gesloten was dus die optie viel ook af. De trein naar Göteborg zou om 12 uur 's nachts aankomen, waardoor je daar weer vast komt te zitten, dus we besloten eerst even wat te gaan eten. Onderweg naar het eten zag ik toevallig een bordje bij een bus platform met daarop “Frederikshavn”... en ik snapte niet hoe dat kon, sinds er 300 km zee tussen Oslo en Frederikshavn in Denemarken lag. Dus ik vroeg een oud vrouwtje hoe dat zat en het bleek dat deze bus naar een boot ging die diezelfde avond nog naar Denemarken ging. Ze dacht dat er misschien nog wel plek op de boot zou zijn en dus gingen we op de bonnefooi met de bus mee naar de boot. Eenmaal in de haven begon de vrouw te praten over een vriendin die mee ging op de boot, die misschien nog wel een waardebon bij haar had voor de boot. Die waardebon was nog maar heel kort geldig en ze hadden er zelf niks aan en ze wist niet zeker of het wel zou werken. Nou, na een paar minuten kwam ze inderdaad aan met een bon met wat Noorse tekst. Ik leverde de bon vol ongeloof in bij de ticket balie...vijf minuten later had ik een cabin voor vier personen en twee tickets voor de boot, gratis! Op de boot als koning te rijk op het panorama deck genoten van het uitzicht over Oslo, de vrouw bedankt, heerlijk geslapen en twaalf uur later zetten we voet aan wal in Frederikshavn in Denemarken.
Liftdag twee, 3 januari, het waaide keihard en het was erg koud in Denemarken. Met een mooi liftbordje stonden we langs de stroom van 200 auto’s die van de boot af reden. Iedereen ging naar het zuiden en het had er alle schijn van dat we snel een lift kregen. Niets was echter minder waar. Niemand nam ons mee, daar sta je dan, helemaal in noord Denemarken. We zijn maar een stuk gaan lopen en na een half uur werden we gelukkig opgepikt door een Deen in een gloednieuwe 807 met schuifdeur. De Deen bracht ons naar Aalborg, maar de locatie was niet erg goed, we stonden bij een rotonde bij een oprit van de snelweg, de weg was erg glad en iedereen moest opletten waar hij reed dus werden we niet echt opgemerkt. Toch stopte er na een kwartier een Aziatische standbouwer. Hij bracht ons naar een grote parkeerplaats langs de snelweg die helemaal richting Zuid Duitsland ging. Van daar uit hadden we heel snel een nieuwe lift, van een Deense man die in Thailand woonde, maar nu voor kerst en oud en nieuw thuis was. In een dikke mercedes bracht hij ons naar Århus. De laatste lift van de dag bracht ons in een lege bus naar een truckstop aan de Deens-Duitse grens bij Padborg. Bij deze truckstop hadden we weinig geluk met het vinden van een lift naar Duitsland, iedereen ging naar het noorden. We besloten maar te blijven slapen voor 40 euro. Die avond kwamen we wel een 21 jarige Nederlandse trucker tegen met zijn vriendin die ons de volgende ochtend om zes uur mee wilde nemen tot aan Zwolle, dat klonk ons als muziek in de oren.
De volgende ochtend stonden we om vijf over zes in het afgesproken restaurant, een beetje aan de late kant want ik had het sleutelpasje in de kamer laten liggen....resultaat, de trucker en zijn vriendin waren hem gevlogen... ZUUR! Dus maar weer op zoek naar truckers. Uiteindelijk een Pool gevonden en na lang wachten ging hij eindelijk om kwart over negen rijden. Hij bracht ons 150 km verder, tot aan een rasthof net voor Hamburg. Eenmaal daar hebben we eerst rustig een bakkie koffie gedronken, een bordje gemaakt met Bremen er op en wilden we net beginnen met liften toen we twee Nederlandse auto’s zagen staan. Gelijk maar even gevraagd of ze toevallig naar Nederland gingen en plek over hadden voor twee lifters....en het was gelijk raak! Een stel dat dicht bij het Sonsbeek in Arnhem woont pikte ons op en bracht ons helemaal naar Deventer. Voor hun was het niet om en wij waren al bijna thuis. Alsof ons geluk niet op kon liepen we vijf minuten door Deventer waar we toevallig Githa d’r vader tegenkwamen en zo stond ik een half uur later in Mariënheem!
Kortom, het was weer een mooi tripje, uiteindelijk heeft het zes dagen geduurd, zijn we in drie dagen terug gelift en heeft het hele tripje inclusief vlucht, vervoer, eten, cadeautjes en andere ongein 260 euro pp gekost, heerlijk!
